Ook Eerste Kamer neemt Belastingplannen 2025 aan

- Publicatiedatum: 18 december 2024

Verlaging hoge tarief tweede schijf van box 2 met ingang van 2025

Binnenhof

Sinds 1 januari 2024 is het uniforme tarief van box 2 vervangen door twee tarieven. Voor ontvangen dividenden en andere inkomsten in box 2 tot totaal € 67.000 geldt in 2024 een tarief van 24,5%. Dit tarief blijft in 2025 gelijk, maar geldt dan tot totaal € 67.804. Als de inkomsten in box 2 hoger zijn dan € 67.000, wordt dit meerdere in 2024 belast tegen 33%. Met ingang van 2025 is het tarief boven € 67.804 2% lager en bedraagt het 31%. Overigens kunnen fiscale partners profiteren van een tarief van 24,5% tot € 134.000 in 2024 en tot € 135.608 in 2025.

Introductie derde schijf inkomstenbelasting in 2025

Per 1 januari 2025 wordt een nieuwe, verlaagde eerste schijf in box 1 geïntroduceerd. Dit zorgt voor een gerichtere lastenverlichting bij met name middeninkomens. Het tarief in deze eerste schijf daalt van 36,97% (2024) naar 35,82% (2025). Deze schijf loopt in 2025 tot een inkomen van € 38.441. Het tarief van de tweede schijf bedraagt in 2025 37,48% en loopt tot € 76.817. De grens voor de derde (hoogste) schijf is daarmee € 1.298 hoger dan in 2024. Het hoogste tarief in box 1 blijft 49,5%.

Verlaging en afschaffing vrijstelling  en heffingskorting groene beleggingen

De vrijstelling groene beleggingen gaat omlaag per 2025 en wordt per 2027 afgeschaft. Bedroeg deze vrijstelling per 1 januari 2024 nog maximaal € 71.251, per 1 januari 2025 bedraagt deze nog maar € 26.000 (vóór indexatie). Heeft u een fiscale partner, dan bedraagt de vrijstelling voor u en uw partner gezamenlijk het dubbele, per 1 januari 2025 dus € 52.000 (vóór indexatie). Naast de vrijstelling in box 3 heeft u in 2024 ook nog recht op een heffingskorting van 0,7% van het op 1 januari vrijgestelde bedrag in box 3. Ook deze heffingskorting wordt verlaagd en wel naar 0,1% met ingang van 2025. De vrijstelling en heffingskorting blijven in 2026 nog bestaan, maar worden met ingang van 1 januari 2027 volledig afgeschaft.

Wijziging aftrek vervoerkosten bij ziekte vanaf 2025

De aftrek van vervoerskosten bij ziekte wijzigt vanaf 2025. Voor de bepaling van de vervoerskosten bij ziekte moet vanaf 2025 worden uitgegaan van € 0,23 per km. Daarnaast mogen wel de werkelijke gemaakte parkeer-, tol- en veergelden afgetrokken worden. Verder mogen ernstig zieken en invaliden vanaf 2025 voor extra vervoerskosten alleen nog een vast bedrag van € 925 per jaar aftrekken.

Verhoging vrije ruimte werkkostenregeling per 2025 en 2027

Met ingang van 2025 wordt de vrije ruimte verhoogd naar 2% van de loonsom tot € 400.000, de vrije ruimte daarboven blijft gehandhaafd op 1,18%. De vrije ruimte wordt per 2027 nog verder verhoogd naar 2,16% van de loonsom tot € 400.000 (en handhaving van het percentage van 1,18% daarboven).

30%-regeling voor expats wordt 27%-regeling vanaf 2027

Werknemers die naar Nederland komen en voldoen aan de criteria, kunnen aanspraak maken op de 30%-regeling. Hierdoor ontvangen zij maximaal 30% van hun salaris onbelast. Per 1 januari 2027 wordt een constant forfait ingevoerd van 27 in plaats van 30%. De termijn voor de regeling blijft wel maximaal vijf jaar. In 2025 en 2026 geldt voor alle werknemers die voldoen aan de criteria gewoon nog een percentage van 30%. De salarisnorm wordt vanaf 2027 verhoogd van € 46.107 (bedrag in 2024) naar € 50.436 (vóór indexatie). Voor ingekomen werknemers die jonger zijn dan 30 jaar en een master hebben, wordt de salarisnorm verhoogd van € 35.048 (bedrag in 2024) naar € 38.338 (vóór indexatie).

Ruimere WBSO werkgever vanaf 2025

Via de WBSO krijgen werkgevers een tegemoetkoming in de kosten van innovatieve werkzaamheden. De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de kosten van innovatie en van de vraag of het bedrijf een startende onderneming is of niet. Er gelden verschillende percentages qua tegemoetkoming. Voor kosten tot € 350.000 geldt in 2024 een percentage van 32%, voor het meerdere is dit 16%. In 2025 geldt voor kosten tot € 380.000 een percentage van 36%, voor het meerdere blijft het 16%. Voor starters geldt in 2024 een percentage van 40% voor kosten tot € 350.000, in 2025 is dit percentage 50% voor kosten tot € 380.000.

Logies belast met 21% btw vanaf 2026

Het verlaagde btw-tarief van 9% voor logies (hotels, vakantiewoningen en stacaravans) wordt afgeschaft per 1 januari 2026. Het algemene btw-tarief van 21% wordt dan van toepassing. Er geldt een uitzondering voor kampeerterreinen. Deze blijven onder het verlaagde btw-tarief van 9% vallen. De aanpassing van het btw-tarief is afhankelijk van het moment waarop de overnachting wordt genoten en niet van het moment waarop de betaling wordt verricht. Op vooruitbetalingen in 2025 voor overnachtingen in 2026 zal dus ook het 21% btw-tarief van toepassing zijn.

Btw-herziening investeringsdiensten van minimaal € 30.000 per 2026

Voor investeringsdiensten van minimaal € 30.000 geldt vanaf 2026 een btw-herzieningsregeling. Dit betekent – grof weg- dat deze investeringsdiensten in het jaar van ingebruikname en de vier daaropvolgende jaren gevolgd worden. Wijzigt in die periode het gebruik voor btw-belaste en/of btw-vrijgestelde prestaties, dan wordt de btw-aftrek op de investeringsdienst herzien.

Definitieve afschaffing salderingsregeling zonnepanelen per 2027

De salderingsregeling zorgt er nu nog voor dat de teruggeleverde elektriciteit wordt verrekend met de afgenomen elektriciteit. Met ingang van 1 januari 2027 wordt de salderingsregeling definitief afgeschaft. Vanaf dat moment moeten energieleveranciers wel een redelijke vergoeding betalen voor de teruggeleverde elektriciteit. Die redelijke vergoeding kan tot en met 1 januari 2030 nooit minder bedragen dan 50% van voor de levering overeengekomen prijs.

Wijziging bedrijfsopvolgingsregeling en doorschuifregeling per 2025 en 2026

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) zou al op een flink aantal punten met ingang van 1 januari 2025 wijzigen, maar daar komen nu nog een aantal wijzigingen per 2025 en 2026 bij. Zo wordt de verplichte voortzettingstermijn met ingang van 2025 verkort van vijf naar drie jaar. Voor verkrijgingen vanaf 1 januari 2025 geldt daarom nog maar een voortzettingstermijn van drie jaar. Vanaf 1 januari 2026 worden onder andere de volgende aanpassingen voorgesteld: versoepelen van de bezits- en voortzettingstermijn bij herstructureringen, tegengaan van zogenaamde rollatorinvesteringen en dubbel gebruik van de BOR en het invoeren van een wettelijke definitie van preferente aandelen. Het beperken van de BOR en DSR voor aandelen tot gewone aandelen met een minimaal belang van 5% vindt plaats vanaf een nog nader te bepalen datum (beoogd 2026).

Verlaging overdrachtsbelasting voor woningen niet in eigen gebruik per 2026

Het algemene tarief van de overdrachtsbelasting van 10,4% wordt per 1 januari 2026 verlaagd naar 8% voor woningen die niet onder het tarief van 2% of de startersvrijstelling voor eigen woningen vallen.