Bestede uren onderbouwen voor recht op zelfstandigenaftrek
Afbouw zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek wordt sinds 2021 in stappen afgebouwd. Bedroeg de zelfstandigenaftrek in 2024 nog € 3.750, in 2025 bedraagt deze nog maar € 2.470. De zelfstandigenaftrek wordt de komende jaren verder verlaagd en zal in 2027 nog maar € 900 bedragen.
Urencriterium
Ondernemers die de zelfstandigenaftrek willen claimen, moeten kunnen aantonen dat ze in het jaar aan de onderneming minstens 1.225 uren besteden. Ook moeten ze minstens de helft van hun totaal aantal werkzame uren aan de onderneming besteden. Deze laatste eis geldt overigens niet voor starters.
Bewijslast
De bewijslast dat voldaan wordt aan het urencriterium rust op de ondernemer die de zelfstandigenaftrek claimt. In een zaak die tot aan de Hoge Raad werd uitgevochten, werd duidelijk dat deze bewijslast niet te licht moet worden opgevat, zeker niet als er sprake is van in verhouding veel indirecte uren.
Urenoverzicht te globaal
In genoemde zaak had de betreffende ondernemer weliswaar een urenoverzicht bijgehouden, maar dit bleek erg globaal. De verrichte werkzaamheden waren per categorie opgesomd, maar welke activiteiten het betrof en voor welke cliënten deze waren uitgevoerd, was niet duidelijk.
Indirecte uren
Voor het gerechtshof werd ook duidelijk dat de ondernemer veel indirecte uren aan het bedrijf had besteed, zo’n 900 in het betreffende jaar. Volgens het Hof is het dan juist van belang dat de tijdsbesteding beter wordt onderbouwd.
Tijdbesteding scriptie
Ook kwam de vraag aan de orde of de tijd die besteed was aan het schrijven van een scriptie mee kan tellen voor het urencriterium. Dit blijkt inderdaad mogelijk, maar dan moet wel duidelijk zijn dat de werkzaamheden niet gericht zijn op het opdoen van nieuwe vakkennis of het uitbreiden ervan. Uren die besteed worden aan het op peil houden van bestaande vakkennis tellen daarentegen wel mee voor het urencriterium.
Rechter weigert zelfstandigenaftrek
Het Hof kwam niet toe aan het antwoord op de vraag of de bestede uren al dan niet nodig waren voor het op peil houden van de vakkennis. Ook als dit wel zo zou zijn, was namelijk onvoldoende aangetoond dat in het betreffende jaar minstens 1.225 uren aan het bedrijf waren besteed. De zelfstandigenaftrek werd dan ook door het Hof geweigerd en de Hoge Raad sloot zich hierbij aan.